Lori van de blauwe bergen
Deze regenbooglori met prachtige felle kleuren komt voor in Tasmanië en oostelijk Australië. De kop is felblauw en de snavel oranje, net als de borst. De buik is dan weer blauw en de rug groen. Ze worden ongeveer 30 centimeter groot. Het verschil tussen een mannetje en vrouwtje is niet zichtbaar. Het voedsel van deze lori’s bestaat uit stuifmeel en nectar van inheemse bomen en planten, zaden en fruit.
Schalows toerako
Dee soort komt voor van Angola tot westelijk Tanzania, Malawi en zuidwestelijk Kenia. Ze worden ongeveer 41 tot 44 centimeter groot en wegen rond de 250 gram. De gemiddelde levensduur in gevangenschap bedraagt ongeveer 15 jaar. Toerako’s eten hoofdzakelijk fruit. Ze zijn na ongeveer twee jaar geslachtsrijp.
Zilverwangneushoornvogel
Deze neushoornvogel komt voor in Midden- en Oost-Afrika en is ongeveer 75 tot 80 centimeter lang. Hij heeft een opvallend grote snavel met een ‘hoorn’ aan de bovenkant. Vooral bij het mannetje is deze hoorn groot en is de snavel vuilwit van kleur. Zowel het mannetje als het vrouwtje heeft zilvergrijze veren op de wangen en de kop. De vleugels zijn zwart, maar de buik is wit.
Von der deckens tok
Dit familielid van de neushoornvogel komt voor in Oost-Afrika en is vernoemd naar de Duitse ontdekkingsreiziger Karl Klaus von der Decken die de vogel in de 19e eeuw ontdekte tijdens zijn expeditie op de Kilimanjaro in Tanzania. De vogel is 43 tot 51 centimeter lang, heeft een witte borst en egaal zwarte vleugels. Het vrouwtje heeft een zwarte snavel, het maantje een rode. Het leefgebied van deze vogel bestaat uit savannegebieden, met droog struikgewas en open bosgebieden.
Schildtoerako
Deze toerakosoort heeft een blauw/violette kleur met een rode kam, een oranje snavel met een geel schild waaraan hij zijn naam te danken heeft. Over zijn wangen loopt een witte streep. De schildtoerako komt voor in West-Afrika, grofweg in het gebied van Senegal tot Nigeria, voornamelijk op tropische savannes, draslanden en in bossen en wouden.